Aanvang: 15:00, Bij het monument: Remember September ‘ 44, Plein aan de Nassaustraat
Muziek door de West Arnhemsche Muziekvereeniging o.l.v. Geert Jan Dijkerman
Welkomstwoord door Ben Kolster
Aantreden Standard Bearers en Pipes and Drums
“Ride of the Valkyries”
Toespraken:
Klik op het pijltje om de speech te openen
Mirjam Stuiver, directeur van het Montessori College Arnhem
Vrijheid springlevend!
Als directeur van het Montessori College Arnhem heet ik u van harte welkom op deze herdenking op het Nassauplein, dicht bij onze school. Het is fijn om te zien dat u ook dit jaar weer met velen bent gekomen om met elkaar stil te staan bij wat zich op deze plek eenentachtig jaar geleden heeft afgespeeld.
A warm welcome also to our international guests. For many years, we have gathered here to pay tribute to all those who eighty-one years ago bravely fought for our freedom in this legendary neighborhood, in our city of Arnhem and throughout the Netherlands. The large turnout this afternoon demonstrates our continued gratitude for this.
We zijn dankbaar dat we al meer dan 80 jaar in vrijheid leven, en we weten dat we met elkaar hard moeten werken om dat te kunnen blijven doen. Als ik de beelden zie van landen waar op dit moment oorlog is, dan vraag ik mij wel eens af: Hoe zou ons leven eruit gezien hebben als er toen geen wereldleiders waren geweest die besloten om in te grijpen?
How would we live today if, in the 1940s, no one had had the courage to stop the occupiers? What if world leaders and allied forces had turned a blind eye to what was happening here in Europe? What would feedom mean today?
De situatie op veel plekken in de wereld kan mij een gevoel van machteloosheid geven: wat kunnen we doen? Wat kan ík doen? Grote wereldproblemen kun je niet zomaar oplossen. Daarom zoek ik het liever dichter bij huis. Leven in vrede betekent voor mij dat iedereen zich veilig moet kunnen voelen. Hoe kunnen we daar met elkaar voor zorgen?
Living in peace isn’t something you just do; you have to work hard for it. For me, it means taking care of one another, showing respect for each other, regardless of religion, background, skin color, gender, or sexual orientation. It requires curiosity about others instead of judging them, listening instead of trying to convince them.
Samen leven in vrede moet je leren en als Montessori College Arnhem willen we voor onze leerlingen een veilige omgeving zijn waarin ze dat kunnen oefenen. We leren onze leerlingen om hun hart te volgen en verantwoordelijkheid te nemen. Ik ben dan ook ontzettend trots als ik zie hoe onze leerlingen ook dit jaar weer enthousiast zijn om een bijdrage te leveren aan deze herdenking.
Our students’ contribution to this commemoration demonstrates their appreciation for freedom, a freedom which so many people have fought for and even gave their lives. This commemoration needs to be continued, and I am very proud that a group of alumni of our school officially supports the Arnhem Airborne Commemoration Committee.
En op deze manier geven we het stokje steeds weer door, blijven we herinneringen delen om daarvan te leren. Het jongerencomité wil op hun eigen manier een bijdrage leveren, ook in de vorm van projecten over vrede en vrijheid op onze school. Daar ga ik graag met jullie over in gesprek.
Olof Snijders, Montessori College Arnhem
Een tijdje geleden vertelde iemand me over haar bezoek aan het Airborne-museum, hier in de buurt, over een man die ze met tranen in de ogen aantrof bij één van de expositiestukken van het museum. Na vragen waarom de man zo emotioneel was, kreeg ze een antwoord dat ze niet aan had zien komen.
De Tweede Wereldoorlog veteraan vertelde over zijn gevoel van schuld bij het mislukken van dit deel van operatie Market Garden. De oude man voelde zich schuldig over het “falen” van de eerste poging op de Arnhemse bevrijding.
Maar mijn vraag is, is het wel falen te noemen? En dat gevoel van schuld, was die wel op de juiste plek bij deze man? Twee keer nee als je het mij vraagt.
Want het feit dat al die soldaten toentertijd de moed hadden de uitdaging van de bevrijding van Arnhem aan te gaan is al een absoluut wonderlijke prestatie. Maar hoe ze toen ook nog eens hebben gevochten, is nog is een ander verhaal. De moed, de kracht, het doorzettingsvermogen die de soldaten die hier in Arnhem, hebben gevochten, getoond hebben die 9 dagen waar ze zich in een werkelijke hel bevonden is werkelijk onbeschrijfelijk. Ja, we hebben het over 9 dagen en nachten, vechten, strijden om het behouden van je plek, terwijl je al ingesloten staat door de vijand.
Kun je het je voorstellen, je wordt gedropt in een totaal onbekende stad, met huizen van mensen die je nog nooit hebt gezien, van mensen die niet eens dezelfde taal spreken, maar toch moet je er vechten. Alles wat goed had moeten gaan gaat fout, je weet eigenlijk niet eens meer waarom je dit in Godsnaam nog zou doen, je wilt niet meer en toch wordt het absolute uiterste van je gevraagd. En ondanks alles is dat ook precies wat de soldaten toen gaven, door alle pijn en door alle angst heen, zonder enig weten wat er om de volgende hoek van die oneindig, donkere tunnel nog op je te wachten staat.
Dus is dat falen? Ik zelf zou het niet eens falen durven te noemen.
Het was een poging op het behalen. Een poging die vereist was voor het behalen.
Dus laten we die soldaten en die momenten nooit vergeten, en deze herdenkingen blijven voortzetten, als teken van dankbaarheid, besef, medeleven en respect. Onze bevrijders hebben gestreden voor de levens
van velen generaties na hun, bereid hun éigen leven daarvoor te geven. Zij vochten zij aan zij als broeders tot het laatste moment. En toen ze helemaal ingesloten waren door de Duitsers, alle ammunitie op was, alle hoop verdwenen was en het einde van Market Garden steeds dichter bij leek te komen, zonden ze hun laatste radiosignaal uit: “Out of ammunition. God save the King.”
“Gabriella’s Song” door Elin Brakshoofden, Montessori College Arnhem
Toespraken:
Mevrouw Emmy Drop – Menko
Goedemiddag allemaal,
Ik ben Emmy Menko en ik ben hier om u iets te vertellen over mijn leven en de evacuatie.
Ik kom uit een lief Joods gezin, mijn vader had een winkel, mijn moeder deed het huishouden, ik had een zusje, Truusje, ik had ook nog een broertje, Sieg. Bij ons thuis woonde tante Annie, een zusje van mijn moeder.
Alles was fijn en toen ineens was het oorlog. Joden mochten niets meer. Niet meer med de trein, niet meer naar school, niet meer naar het park en iedereen vanaf 6 jaar moest een ster op. Dat was allemaal vreselijk maar later kwamen er brieven. Alle jonge mensen vanaf 16 jaar moesten een rugzak pakken met warme kleren en goede schoenen en moisten gaan werken in de munitiefabrieken in Duitsland. Dat was natuurlijk ontzettend schrikken. Maar toen alle Joodse jonge mensen op waren kwamen er nieuwe brieven, ook voor oude mensen en voor baby’s.
Dat moet het moment geweest zijn dat mijn ouders besloten om onder te duiken. Maar waar vond je mensen die zo moedig waren om jou te verstoppen. Het was levensgevaarlijk want als ze verraden werden kon dat de dood betekenen.
Op een nacht moest ik een plasje doen en riep mama, ze zei: je moet zachtjes doen want er is een meneer en morgen mag je logeren.
Deandere morgen stond mijn koffertje klaar en er was een wildvreemde meneer die me bij mijn handje pakte en zei: kom we gaan. Buiten draaide ik me om om te zwaaien. Ze stonden allemaal voor het raam. Dat was het laatste wat ik van ze gezien heb, ze zij allemaal vermoord.
Ik heb toen verschillende onderduikadressen gehad en na een paar maanden kwam tante Annie. Zij was zo’n moedige vrouw, ze zei: ik doe geen ster op, ik ga bij het verzet. Zij was zogenaamd dienstmeisje bij dokter Tukkerman in de Huygenslaan die ookin het verzet zat. Toen ik haar zag dacht ik natuurlijk; ik ga naar papa en mama. Maar ze bracht me naar het volgende onderduikadres. Ik denk da tik me zo verraden heb gevoeld; ik heb nooit meer over mijn familie gesproken tot ik 54 was.
Ik heb geboft, ik kwam bij Bep en Jan Jansen op de Rozendaalseweg. Ze hadden al een paar miskramen gehad en hun huisarts, dokter Broeker, zei: ik heb wel een klein meisje voor jullie. En zo kreeg ik een nieuwe papa en mama.
Alles ging goed tot tante Annie verraden werd. Er was een Risico dat zij gemarteld werd en zou doorslaan waar ik verbleef. Toen werd ik nog dezelfde nacht opgehaald door mijn pleegopa en de andere dag naar Vlaardingen gebracht. Weg van mijn lieve pleegouders.
Na een week of zes was de kust veilig en kon ik terug. Maar toen was het september 1944. Alle Arnhemmers moesten weg, moesten maar proberen ergens onderdak te krijgen. Ze liepen met hun kindjes op de arm en hun spulle in de kinderwagen. Wij reden op de fiets met Houten banden naar Doetinchem, war mijn pleegopa een adres had gevonden. Maar toen we ddaar aan kwamen wees de boer op mij en zei; Haar wil ik niet. En toen moest ik weer weg bij mijn lieve nieuwe moeder. Ik kwam terecht in een huis in Gaanderen waar al 15 Arnhemmers zaten. Ik moest onderin de kast slapen, dat was niet erg. Dat ik weer moest van mijn lieve pleegmoeder, dat was erg. Dat heeft 9 maanden geduurd, toen werden we bevrijd. Gelukkig stond ons huis er nog en had ik mijn pleeg papa en mama weer terug. Helaas kwam na ongeveer 1 jaar de papieren waarin stond dat mijn familie vermoord was.
Mijn tante Wiesje die het overleefd na een *** onderduik had wilde voor het kind van haar broer zorgen. Ik heb zo vreselijk verlangd naar mijn lieve pleegmama in Arnhem. Ik woonde 4 jaar bij tante Wiesje. Toen moest ik naar de middlebare school en moest wonen bij de broer van mijn vader. Kortom bij elkaar 10 verselijke eenzame jaren, tot ik moed genoeg had on mijn zakgeld te pakken en op de trein naar Arnhem te stappen waar ik huilend aan mijn pleegmama vroeg of ik alstublieft mocht terugkomen. ‘Natuurlijk lieverd’, zei ze. Op 17 december 1955, dus 10 jaar na de oorlog, kwam ik weer terug op de Rozendaalseweg en vanaf toen begon voor mij een heel gelukkig leven.
Mr. Paul Scholten CBE, Oud-burgemeester van Arnhem
Lombokkers, Arnhemmers, dankzij de inspanningen van uw Herdenkingscomité Arnhem West wordt hier jaarlijks het verhaal van die historische dagen in 1944 nog steeds doorverteld. Onder de bewoners van deze prachtige buurt, in de klaslokalen van de Heijenoordschool, in die van het Montessori College of doorverteld door grootouders en ouders aan hun kinderen en kleinkinderen. Remember September! Arnhemmers vergeten die historische septembermaand niet. In deze geliefde Arnhemse wijk doen jullie dat evenmin. Hier is teveel gebeurd. Die twee woorden – remember september – zijn sinds mijn vroege jeugd in mijn geheugen gegrift. Met de spannende jongensboeken over de Slag om Arnhem van eind veertiger jaren, later met de beroemde film ‘A bridge too far’ tot en met mijn tijd in de negentiger jaren hier in Arnhem. Nog altijd in mijn hart gesloten: Arnhem: never more a bridge too far, but a bridge to the future., I never forget.
Op weg naar de brug lag Lombok middenin de levensgevaarlijke route er heen. Haar rust werd op die gedenkwaardige zondagochtend 17 september 1944 plots wreed verstoord. Engelse parachutisten renden hier over dit pleintje, ramen versplinterden, huizen werden her en der geraakt. Voor Duitse kogels en granaten zochten in deze straatjes de para’s dekking, tot in de aanliggende huizen van schuilplaats biedende bewoners. Gewonde soldaten en burgers werden door Lombokkers naar het Elisabeth Ziekenhuis gedragen.. Er vielen doden. Wat een wanhopige strijd, wat een vreselijk gevecht daar wat meer heuvelopwaarts richting het museum. Daar ging het mis, de opmars naar de geïsoleerde John Frost en zijn moedige mannen bij de brug, stokte. De Duitsers waren te sterk, de Britten kwamen er niet door, veel van hen sneuvelden. Sinds dat moment, inderdaad was the bridge too far.
Dames en heren, 12 jaar – van 1989 tot 2001 – mocht ik deze mooiste stad van het land dienen, sindsdien ben ik met pensioen, maar een aantal Arnhemse gebeurtenissen uit de tijd, dat ik hier uw voorman mocht zijn, staan me nog helder voor de geest. Een paar wil ik vanmiddag met u delen. Veruit het scherpst is mijn beeld van de 50ste herdenking in 1994. Met 9 van de 10, toen nog levende veteranen, toen met meer dan 2000 in getal togen ze naar Arnhem . Samen met echtgenotes of kinderen, 6000 in totaal. Uiteraard de meesten uit het Verenigd Koninkrijk, maar ook uit Australië, uit Amerika, Japan en Indonesië ,overal vandaan. Vijf dagen in onze stad, logerend in gastvrije huizen in alle delen van de stad, ook hier in Lombok. Arnhem op zijn alllerbest. In de hele stad, tot in de achterste straatjes van het oude centrum waar nooit een Engelsman of Pool zou komen, hing als welkom aan heel wat huizen die speciaal gemaakte herdenkingsvlag 1944 – 1994 stond er op, voor een tientje te koop bij de toen nog bestaande Bijenkorf of Ven D, nu een item. In grote internationale kranten als de New York Times of het Franse le Monde werd er over geschreven, de BBC en de Avro versloegen de 1,5 uur durende plechtige herdenkingsbijeenkomst in de Eusebius live op TV. Hoog boven in de toen net gerestaureerde toren pingelden Prins Charles en ik samen op het klavier van het carillon met de vier nieuw gegoten grote bronzen klokken. Zeker ook hier in Lombok waren ze te horen. Vanavond klinken ze ongetwijfeld weer, nu vast veel harmonischer en mooier, dan wij tweeën toen.
Daar aan de overkant op Onderlangs zie ik nog dat glorieuze defilé voor me van al die stramme ouder wordende mannen. Nog eenmaal wilden ze er bij zijn, na 50 jaar kregen ze voor het eerst (!) hun parade, die hier niet ver vandaan begon. En wat voor een: tienduizenden mensen langs de kant, van hier tot aan de brug. En daar niet ver van het Rijnhotel stond, zo goed als heel Lombok samen met Heijenoorders van de overkant. Zes, zeven rijen dik als uit één keel luid te klappen en te juichen toen ze langs marcheerden als weleer: de rode baretten van de para’s, de lichtblauwe caps van de RAF, kaarsrecht, in rotten van vier, met strakke gezichten vol emotie, compagnie na compagnie achter de muziek stevig in de maat, sommigen met een lach, anderen met tranen over de wangen. En langs de kant al die oudere Arnhemmers, die het nog aan de lijve hadden meegemaakt, vol herinneringen. De jongeren sommigen met borden boven hun hoofden met ‘thank you’ of ‘we love you’. . Ik beken eerlijk: het was voor mij ‘my finest hour’. I never forget. De TV-uitzending van die memorabele, kletsnatte middag 31 jaar geleden werd met grote kennis van zaken uitstekend becommentarieerd door ene, toen wel nog wat jongere .. Ben Kolster, alsnog aan hem hier een groot en zeer verdiend compliment daarvoor. Op You Tube kan je het terug zien.
Nog één herinnering tot slot: in 1989 werd de brug opnieuw geschilderd, toen werden voor het eerst de leuningen in parachutistenrood gekleurd, het zit er nog. Bij de toen 45ste herdenking was het schilderen klaar. Rijkswaterstaat, de eigenaar en beheerder, bracht op ons vriendelijk doch dringend verzoek voor haar rekening alsnog schijnwerpers gericht op de bekende brugbogen aan. John Frost, de toenmalige commandant bij de brug leefde toen nog , hij was er bij om ze voor het eerst te laten oplichten, de brug in floodlight te laten baden, ter ere van al die mannen die daarvoor gevochten hadden, vaak gewond of gesneuveld waren.
En zo was het, dat hij en zijn vrouw voorop, mijn echtgenote en ik daarachter vanaf de Berenkuil de helling naar de brug opliepen, best een stuk, de zon was al onder. En ziedaar, opeens stonden daar zeker een honderdtal scholieren en studenten, die er van gehoord hadden. Zij vormden twee lange rijen naar het hoogste punt, waar wij met zijn vieren tussen door omhoog liepen. Het enige wat toen te horen was … Johny, Johny, Johny … de hele schare van al die scholieren en studenten achter ons aan, in een galmende klank steeds wegstervend over het stille water van de rivier: Johny, Johny … . Daar op het hoogste gedeelte van de brug hield de beroemde, dappere held het niet meer, toen de verlichting aanfloepte zag je hem staan tegen de verder donker wordende hemel, de stoere oude held, het hoofd licht gebogen met dikke tranen in zijn ogen… Bij zijn overlijden in mei 1993 werd ik door mevrouw Frost gevraagd om in het kleine kerkje van Aldershot, de garnizoensplaats van het Parachutistenregiment in Engeland enige woorden te spreken tot de familie, vrienden en vele hoge militairen en leiders van het land. Ik heb toen dit verhaal verteld, eindigend in Johny, Johny, Johny… Het was in dat kerkje daarna muisstil, heel lang muisstil.
Laat ik eindigen met de woorden, waarmee ik, altijd de veteranen heb toegesproken, wanneer zij in september elk jaar met honderden naar Arnhem kwamen. Ze mochten eerst gaan zitten op de trappen binnen in de grote hal van het stadhuis. Met een glas bier in de hand was het altijd een gezellige boel. Dan moest er natuurlijk op de goede band tussen hen onze stad gedronken worden. Zodra dat gebeurd was werd het haast vanzelf stil, ze wisten wat komen ging. Namens het stadsbestuur heette ik hen van harte welkom, blij om hen na een jaar steeds weer terug te zien. Spekend over onze oprechte dankbaarheid voor wat zij in ’44 voor ons gedaan hadden, zag ik al die steeds ouder wordende mannen voor me, denkend aan hun gevallen kameraden. Haast tastbaar was duidelijk over wat ze in die september dagen om zich heen gezien en beleefd hadden.
Arnhemmers, ook jullie hier hebben ongetwijfeld ook nu nog het allergrootste respect voor die Britten, Amerikanen, Canadezen en Polen, die toen met gevaar voor eigen leven onderdrukte mensen in een ander onbekend land wilden bevrijden van de overheersende macht van een afschuwelijke, wrede leider met zijn zo verwerpelijke ideeën. Mocht het er vroeg of laat onverhoopt in Europa weer van komen, dan zal voor ons Arnhemmers het voorbeeld van de Britten en de Polen van toen, ons richtsnoer zijn. Dat zei ik toen tegen hen, dat zeg ik nu tegen u. Toen zij, straks wij? Wij allen hebben een grotere verantwoordelijkheid dan alleen voor ons gezin of onze familie. Praat er met elkaar maar over, overtuig elkaar dat we ook nu weer schouder aan schouder moeten staan voor vrijheid en democratie van alle vrije mensen in heel Europa, zoals wij mogen rekenen op hen.
Ik eindigde die jaarlijkse toespraak altijd, zoals ook nu deze allerlaatste van mij hier te midden van jullie sterke, trouwe Lombokkers altijd met de volgende woorden: in your life you had a very hard period, when you were fighting for our freedom, when you were young. Now you are getting old. And when at last your final moment to go, has come and God asks you: who are you my man (wie bent u eigenlijk)? You can proudly answer: Sir, I am an Arnhem veteran. God bless you all.
Ik heb gezegd.
“Shenandoah” van Frank Ticheli
Lament: “Flowers of the Forest”, door Lone Piper Ed Verwer
The Act of Remembrance
‘They shall grow not old, as we that are left grow old. Age shall not weary them, nor the years condemn. At the going down of the sun and in the morning, We will remember them’.
Allen: “We will remember Them”
Last Post – 1 minuut stilte – Reveille
Jeff de Geest, trompettist
Krans en Bloemlegging begeleid door koraalmuziek
Kohima Epitaph
‘When You Go Home, Tell Them Of Us And Say, For Your Tomorrow, We Gave Our Today.’
Hijsen vlaggen van Polen, Verenigd Koninkrijk en Nederland en spelen Volksliederen
Flypast door de Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht
Afmarcheren Standard Bearers
“Arnhem”, van Albert E. Kelly
Dankwoord en afsluiting door Ben Kolster

